De duif is een geharde vogel, die goed tegen de warmte en de kou kan. Echter een duif kan slecht tegen tocht en vocht! Dus de huisvesting moet zodanig zijn dat de duiven beschutting kunnen zoeken tegen het bovengenoemde.
Volière met sierduiven, foto: A.P.K.V. Het Oosten |
Droog, tochtvrij en voorzien van veel frisse lucht, al naar gelang de ruimte die beschikbaar is. Of het nu een tuinhok met of zonder ren, een zolderhok, een muurhok of til is, de dieren moeten zich er thuis voelen. Te weinig ruimte en huisvesting in bedompte of tochtige schuren geeft aanleiding tot stoornissen van de luchtwegen. Duiven die op de juiste manier gehuisvest zijn, zullen in veel betere conditie verkeren dan duiven die in een slecht hok huizen.
Duiventil
Een duiventil kan heel goed, als men de duiven los wil laten vliegen. Plaats de til zodanig dat de invliegopeningen naar het zuidoosten geplaatst worden, vanwege regen en de windrichting. De duiven moeten in de til dus danig beschutting kunnen vinden tegen de regen en de wind. Duiventillen zijn in verschillende maten en soorten verkrijgbaar bij hobbyzaken en gespecialiseerde bedrijven.
Duiventil, foto: G. Nijenhuis |
Tuinhok
Wil men sierduiven niet vrij laten vliegen, dan dient de huisvesting zodanig te zijn dat de duiven wat meer ruimte nodig hebben. Daar kan men bijvoorbeeld een tuinhuisje voor gebruiken. Bij een grootte van twee bij twee meter en twee meter hoog kan men zonder probleem 4 koppels sierduiven houden. We gaan ervan uit dat elk koppel 1 m3 ruimte nodig heeft. Bedenk wel dat we het hier over minimale maten hebben. Duiven hebben het recht om te vliegen! Hebben we rassen die los mogen vliegen, of duiven met veel voetveren, of rassen die door hun type, structuur of karakter weer een andere opzet nodig hebben, dan moeten we de inrichting van het hok hierop afstemmen.
Wat de duiven wel zeer op prijs stellen is dat aan het duivenhok een volière wordt gemaakt zodat zij kunnen genieten van de zon en de regen. De volière hoeft niet echt groot te zijn bijvoorbeeld de breedte van het hok en een diepte van 1 meter is al voldoende.
Het liefst zetten we het hok op het zuidoosten, zodat het daglicht het meest tot zijn recht komt. En al vinden we het zelf vaak prima, de gemeentelijke verordeningen moet men altijd in acht nemen. Maar ook anderen moeten er toch naar kijken en indien nodig met vakantie, ziekte of afwezigheid zullen zij er gemakkelijk in en bij moeten kunnen komen.
Nederlandse Helmduif, foto: Henk de Vos |
Inrichting
In het hok zullen we broedhokken moeten plaatsen waarin een broedschotel of -kistje geplaatst kan worden. Zitplankjes waarop of loketkasten waarin ze kunnen zitten. Een waterbak waarin vers water en wat bakjes voor grit roodsteen en mineralen mogen nooit ontbreken. Ook een goede voerbak is noodzakelijk, want duiven zijn zaadeters.In elke dierenspeciaalzaak is prima voer te koop. Vaak voor de rasgroepen speciaal geselecteerd. Dan ook nog in kweek-, rui- en wintermengeling.
Voor goede huisvesting kan door anderen gezorgd worden. Schoon houden van de hokken is een taak voor de liefhebber zelf.
Bron: Nederlandse Bond van Sierduivenliefhebbers-verenigingen